Het periodeonderwijs bestaat uit periodes van meestal drie weken waarin een thema wordt uitgediept, zoals sterrenkunde, bouwkunde of ontdekkingsreizigers. Deze thema’s sluiten aan bij de ontwikkelingsfasen van de leerling.
Tijdens het periodeonderwijs maken de leerlingen hun eigen leerboek: een periodeschrift. Of de leerstof beheerst wordt, blijkt uit de praktische opdracht of de toets die aan het einde van de periode wordt verzorgd.
De meeste klassen volgen het periodeonderwijs in het eerste uur van de dag. De middenbouw van het vmbo-tl start de dag actief en heeft de periodelessen tijdens het tweede uur. In de middenbouw vmbo-tl/havo en havo/vwo krijgen leerlingen zoveel mogelijk periodes van hun eigen mentor.